Dès lors que le législateur décrétal est compétent en matière de droit de l'aménagement du territoire, en ce compris la police de l'aménagement du territoire, il est évident qu'il appartient à ce législateur décrétal de fixer, conformément à l'article 179 de la Constitution, les règles sur la base desquelles peut être accordée la ' gratification ' consistant à réduire, à suspendre ou à renoncer au recouvrement d'une astreinte.
Nu de gewestdecreetgever bevoegd is voor het ruimtelijkeordeningsrecht, met inbegrip van het handhavingsbeleid, is het een evidentie dat het aan deze decreetgever toekomt om conform artikel 179 G.W. de regelen te bepalen op grond waarvan de ' liberaliteit ' van de beperking, het uitstel, of de afstand van de invordering van een dwangsom kan worden toegekend.