La deuxième question préjudicielle dans l'affaire n° 42
31 invite la Cour à examiner si les dispositions précitées ne créent pas une discrimination à l'égard du travailleur qui a réduit ses prestations de travail, dont le contrat est résilié avec effet immédiat, sans motif grave ni motif suffisant, et qui a droit à une indemnité compensatoire de préavis et à une indemnité forfaitaire de protectio
n dont les montants seront fixés dans les deux cas sur la base du traitement en cours correspond
ant à ses activités ...[+++]réduites.In de tweede prejudiciële vraag in de zaak nr. 4231 wordt het Hof verzocht te onderzoeken of de voormelde bepalingen een discriminatie in het leven roepen ten aanzien van de werknemer die zijn arbeidsprestaties heeft verminderd en wiens arbeidsovereenkomst zonder een dringende reden of een voldoende reden met onmiddellijke ingang wordt beëindigd, en die recht heeft op een compenserende opzeggingsvergoeding en een forfaitaire beschermingsvergoeding waarvan de bedragen in beide gevallen zullen worden vastgesteld op grond van het lopende loon dat overeenstemt met zijn verminderde activiteiten.