1. Les collectivités territoriales ou organismes publics locaux peuvent, conformément à l'article 3, créer des organismes communs sans personnalité juridique ni autonomie budgétaire, tels que des conférences, des groupes de travail intercommunaux, des groupes d'étude et de réflexion, des comités de coordination pour étudier des questions d'intérêt commun, formuler des propositions de coopération, échanger des informations ou encourager l'adoption par les organismes concernés de mesures nécessaires pour mettre en oeuvre les objectifs définis.
1. Overeenkomstig artikel 3 kunnen territoriale gemeenschappen of lokale openbare lichamen gemeenschappelijke lichamen zonder rechtspersoonlijkheid noch budgettaire autonomie oprichten, zoals conferenties, intergemeentelijke werkgroepen, studie- en overleggroepen, coördinatiecomités voor het bestuderen van vraagstukken van gemeenschappelijk belang. Zij kunnen voorstellen tot samenwerking doen, informatie uitwisselen of de goedkeuring door de betrokken lichamen aanmoedigen van maatregelen nodig voor de uitvoering van de gestelde doelstellingen.