Le secrétaire d'État pourrait-il infléchir une réflexion au sein de son cabinet sur la féminisation de la migration, et sur la place des femmes migrantes dans une conception plus ouverte du sens de la coopération et des relations Nord/Sud, à l'instar de la réflexion qui est menée autour de l'économie sociale ?
Zou de staatssecretaris bij zijn kabinet een reflectie op gang kunnen brengen over het toenemend aantal vrouwen onder de migranten, over de plaats van de vrouwelijke migranten binnen de ontwikkelingssamenwerking een begrip dat ruimer gedefinieerd moet worden en de betrekkingen tussen Noord en Zuid, zoals ook is gebeurd met de sociale economie ?