4. souligne que, du fait de la position intransigeante du Conseil dans les négociations, le niveau global des paiements est inférieur de 5 milliards d'EUR à l'estimation des besoins de paiement par la Commission dans son projet de budget pour 2013; s'inquiète du fait que ce niveau de crédits sera insuffisant pour couvrir les besoins réels de paiement de l'exercice suivant et pour mettre en œuvre rapidement le pacte pour la croissance et l'emploi décidé par le
Conseil européen de juin 2012; est toutefois convaincu que l'absence d'accord impliquerait des conséquences beau
coup plus graves ...[+++] et aurait un impact nettement plus
négatif sur la mise en œuvre des actions et programmes de l'Union; demande à la Commission de présenter tous les mois au Parlement et au Conseil un rapport sur l'évolution des demandes de paiement des États membres (ventilées par État membre et par fonds) pour les fonds structurels, le Fonds de cohésion et les fonds relatifs au développement rural et à la pêche, et ce à partir du 31 octobre 2012; demande la constitution d'un groupe de travail interinstitutionnel sur les paiements au sein duquel les deux bra
nches de l'autorité budgétaire présenteraient des conclusions communes sur la façon de procéder;
4. merkt op dat vanwege de onbuigzame houding van de Raad tijdens de onderhandelingen, het vastgestelde totaalbedrag van de betalingskredieten 5 miljard EUR lager ligt dan de ramingen van de Commissie voor de betalingsbehoeften in haar ontwerpbegroting voor 2013; vreest dat dit kredietniveau niet zal volstaan om in de feitelijke betalingsbehoeften van het komende jaar te vo
orzien en om het in juni 2012 door de Europese Raad overeengekomen Pact voor groei en werkgelegenheid snel te kunnen uitvoeren; is er echter van overtuigd dat de kosten die gepaard zouden gaan met het niet bereiken van een overeenkomst veel ernstigere gevolgen zouden
...[+++] hebben en een veel negatievere impact zouden hebben op de uitvoering van de acties en de programma's van de Unie; verzoekt de Commissie om vanaf 31 oktober 2012 maandelijks een verslag te doen toekomen aan het Parlement en de Raad over de evolutie van de aanvragen van de lidstaten tot terugbetaling uit de structuurfondsen, het Cohesiefonds en de fondsen voor plattelandsontwikkeling en visserij (uitsplitsing per lidstaat en per fonds); vraagt om de oprichting van een interinstitutionele werkgroep inzake betalingen waarin de twee takken van de begrotingsautoriteit gezamenlijke conclusies opstellen over de te volgen aanpak;