b) aux survivants et aux membres de leur famille des travailleurs salariés et assimilés, ainsi que, par analogie, des travailleurs indépendants, pour autant que ces travailleurs aient été soumis à la législation de l'un des Etats contractants, sans égard à la nationalité de ces derniers lorsque ces survivants ou ces membres de la famille sont des ressortissants de l'un des Etats contractants ou bien des apatrides ou des réfugiés reconnus par l'un des Etats contractants.
b) op de nagelaten betrekkingen en op de gezinsleden van werknemers en ermede gelijkgestelden en naar analogie ook op zelfstandigen, voorzover zij onderworpen zijn geweest aan de wetgeving van een van beide verdragsluitende staten, ongeacht de nationaliteit van deze laatsten, wanneer deze nagelaten betrekkingen of deze gezinsleden onderdanen zijn van één van beide verdragsluitende staten, dan wel staatlozen of vluchtelingen die erkend zijn door één van beide verdragsluitende staten.