CHAPITRE VII. - Règles particulières d'octroi et révi
sion des nombres de référence Art. 33. § 1 . Le nombre de référence applicable au régime des bovins femelles viandeux, visé aux articles 7 à 15, octroyé à l'agri
culteur qualifié de jeune agriculteur au sens de l'article 1 , 5° , est déterminé comme suit : 1° en cas de reprise totale d'exploitation, il est équivalent au nombre le plus élevé entre le nombre de référence du cédant et un nombre fixé à 80; 2° en cas de reprise totale d'exploitation en association avec le cédant, il es
...[+++]t équivalent au nombre de référence du cédant, augmenté d'un nombre fixé à 80; 3° en cas de création d'exploitation, il est équivalent à un nombre fixé de 80.HOOFDSTUK VII. - Bijzondere regels voor de toekenning
en de herziening van de referentie-aantallen Art. 33. § 1. Het referentie-aantal dat toepasselijk is op de regeling voor vrouwelijke vleesrunderen bedoeld in de artikelen 7 tot 15, toegekend aan de landbouwer aangewezen als jonge landbouwer in de zin van artikel 1, 5° , wordt bepaald als volgt : 1° bij volledige bedrijfsovername, is het aantal gelijk aan het grootste aantal tussen het referentie-aantal van de overdrager en een 80; 2° bij volledige bedrijfsovername in samenwerking met de overdrager, is het aantal gelijk aan het referentie-aantal van de overdrager verhoogd met 80;
...[+++]3° bij oprichting van een bedrijf, is het aantal gelijk aan 80.