Art. 220. Dans le cadre de la gestion de
fonds collectifs de retraite relevant de la branche 27 mentionnée à l'Annexe II, l'entreprise d'assurance ne peut gérer que les fonds relatifs aux engagements de pension et aux engagements de solidarité: 1° d'une inst
itution de retraite professionnelle visée à l'article 2, 1°, de la loi du 27 octobre 2006 relative au contrôle des institutions de retraite professionnelle; 2° d'une administration publique visée à l'article 134, 1°, de la loi du 27 octobre 2006 précitée; 3° d'un organisme publi
...[+++]c visé à l'article 138, alinéa 1, de la loi du 27 octobre 2006 précitée; 4° d'une institution ou d'un service externe d'une administration publique ou d'un organisme public créé conformément aux articles 136, § 1, et 138, de la loi du 27 octobre 2006 précitée; 5° d'une personne morale chargée de la gestion d'un engagement de solidarité, telle que visée à l'article 47 de la loi loi du 28 avril 2003 relative aux pensions complémentaires et au régime fiscal de celles-ci et de certains avantages en matière de sécurité sociale; 6° d'une personne morale chargée de la gestion d'un régime de solidarité, telle que visée à l'article 56 de la loi-programme (I) du 24 décembre 2002.In dat geval wordt het beleggingsrisico gedragen door de verzekeringnemer en mag er geen winstdeling worden toegekend die afkomstig is van winst op de beleggingen. Art. 220. In het kader van het beheer van collectieve pensioenfondsen die behoren tot tak 27 als vermeld in Bijlage II, mag een verzekeringsonderneming enkel fondsen met betrekking tot pensioenverplichtingen en solidariteitstoezeggingen beheren van: 1° een instelling voor bedrijfspensioenvoorziening als bedoeld in artikel 2, 1°, van de wet van 27 oktober 2006 betreffende het toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening; 2° een openbaar bestuur als bedoeld in artikel 134, 1°, van de voornoemde wet van 27 oktober 2006; 3° een overheidsbedrijf als bedo
eld in art ...[+++]ikel 138, eerste lid, van de voornoemde wet van 27 oktober 2006; 4° een instelling of externe dienst van een openbaar bestuur of een overheidsbedrijf opgericht overeenkomstig de artikelen 136, § 1, en 138, van de voornoemde wet van 27 oktober 2006; 5° een rechtspersoon belast met de uitvoering van een solidariteitstoezegging, als bedoeld in artikel 47 van de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid; 6° een rechtspersoon belast met de uitvoering van een solidariteitsstelsel, als bedoeld in artikel 56 van de programmawet (I) van 24 december 2002.