Il n'y en a plus beaucoup, mais quand je le vois marcher, parler, s'exprimer, « galanter », être d'une amabilité suave, moi qui suis historien de l'ancien régime, je me vois au XVIII siècle, dans le salon de Charles de Cobenzl, près de la rue Royale, chez un de ces grands fonctionnaires de l'État, plein de ce faste et de cette merveilleuse attraction que constitue en un certain sens cette aristocratie.
Vandaag is dat niet meer het geval, maar wanneer ik zie hoe hij voortschrijdt, praat, zich uitdrukt, zijn fatsoen en hoffelijkheid tentoonspreidt en ons met zoetgevooisde minzaamheid bejegent, waan ik mij, als historicus van het Ancien Régime, in de 18 eeuw in de salon van Karel van Cobenzl, vlakbij de Koningsstraat, bij één van die hoge staatsambtenaren, gehuld in de luister en wondere bekoorlijkheid die in zekere zin de aristocratie uitmaken.