Après la publication du rapport de la commission de la Chambre et de la proposition de texte qui en faisait partie (28) , les présidents de la Cour d'arbitrage ont adressé aux présidents de la Chambre et du Sénat une lettre, dans laquelle ils contestaient que l'application à la Cour du régime envisagé puisse être considérée comme une matière visée à l'article 78 de la Constitution.
Na de publicatie van het verslag van de Kamercommissie met het bijbehorende tekstvoorstel (28) , richtten de voorzitters van het Arbitragehof een brief aan de Kamervoorzitter en de Senaatsvoorzitter, waarin zij onder meer betwistten dat de toepassing van de voorgenomen regeling op het hof als een in artikel 78 van de Grondwet bedoelde aangelegenheid kon worden beschouwd.