Selon Mme Willame-Boonen, le contenu de cet accord n'offre pas même de « faux semblant » à ceux qui, au sein de la majorité, étaient opposés à la régionalisation du commerce extérieur : l'agence n'a aucune garantie de disposer des moyens budgétaires indispensables (1); elle sera en permanence sous la menace du veto de chacune des régions (2) et elle ne pourra travailler directement pour les entreprises comme celles-ci le souhaitaient (3).
Volgens mevrouw Willame-Boonen wordt met de inhoud van dit akkoord zelfs de schijn niet opgehouden voor de leden van de meerderheid die gekant waren tegen de regionalisering van de buitenlandse handel : er is geen enkele waarborg dat het Agentschap over de nodige budgettaire middelen kan beschikken (1); het Agentschap moet onder de permanente dreiging van een veto van de gewesten werken (2) en het kan niet rechtstreeks samenwerken met de ondernemingen, zoals die dat zouden willen (3).