Art. 6. Conformément à l'article 53, 1°, de la loi spéciale du 16 janvier 1989 relative au financement des Communautés et des Régions, modifiée par la loi spéciale du 16 juillet 1993 visant à achever la structure fédérale de l'Etat, compte tenu de l'affectation des intérêts de retard et de la charge des intérêts moratoires
relatifs aux impôts régionaux telle que visée à l'article 4, § 6, de cette même loi sp
éciale, compte tenu également de l'application par la Région flamande, en matière de précompte immobilier à partir de l'exercice
...[+++] d'imposition 1999, de la faculté offerte aux Régions par l'article 5, § 3, de ladite loi spéciale d'assurer elles-mêmes le service des impôts régionaux dont le produit leur est entièrement attribué, les moyens financiers des Régions en provenance des impôts régionaux, y compris les intérêts susvisés, sont estimés pour l'année budgétaire 2000 à 40 946 400 000 francs belges pour la Région flamande, à 20 181 100 000 francs belges pour la Région wallonne et à 13 110 700 000 francs belges pour la Région de Bruxelles-Capitale.Art. 6. Overeenkomstig artikel 53, 1°, van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, gewijzigd door de bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur, en rekening houdend met de toepassing van de in artikel 4, § 6, van dezelfde bijzondere wet bedoelde t
oewijzing van de nalatigheidsintesten en de last van de verwijlinteresten op de gewestelijke belastingen, alsook met de toepassing door het Vlaams Gewest, voor wat de onroerende voorheffing met ingang van het aanslagjaar 1999 betreft, van de in artikel 5, § 3, van dezelfde bijzondere wet voor
...[+++]ziene mogelijkheid voor de Gewesten om zelf de dienst te verzekeren van de gewestelijke belastingen waarvan de opbrengst volledig is toegewezen, worden de financiële middelen van de Gewesten voortvloeiend uit de gewestelijke belastingen, met inbegrip van voormelde interesten, voor het begrotingsjaar 2000 genaamd op 40 946 400 000 Belgische frank voor het Vlaams Gewest, op 20 181 100 000 Belgische frank voor het Waals Gewest en op 13 110 700 000 Belgische frank voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.