Le Ministre peut accorder la prorogation après avoir vérifié que le contrat de rivière concerné s'est conformé aux obligations des articles R.46 et R.49 du Code de l'Eau et, pour les contrats de rivière qui bénéficient d'un subside régional en vertu de l'article R.55, § 2, du Code de l'Eau que les communes et provinces concernées ont marqué leur accord de continuer à financer le contrat de rivière à due proportion jusqu'au 22 décembre 2010.
De Minister kan de verlenging toestaan na te hebben nagegaan of het betrokken riviercontract zich geschikt heeft naar de verplichtingen van de artikelen R.46 en R.49 van het Waterwetboek en voor de riviercontracten die in aanmerking komen voor een gewestelijke subsidie krachtens artikel R.55, § 2, van het Waterwetboek, of de betrokken gemeenten en provincies ingestemd hebben met de verhoudingsgewijze verdergezette financiering van het riviercontract tot 22 december 2010.