L'article 21bis des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat organise de façon assez détaillée la manière de procéder, vis-à-vis des tiers intéressés, quand l'auditeur dépose un rapport concluant à l'absence d'objet ou au caractère manifestement irrecevable, manifestement non fondé ou manifestement fondé du recours (on remarquera au passage que le législateur n'a pas adapté l'article 21bis susmentionné au changement de terminologie résultant de l'article 17, 4°, de la loi du 15 septembre 2006).
Artikel 21bis van de gecoördineerde wetten op de Raad van State regelt op een vrij gedetailleerde wijze de rechtspleging ten aanzien van de derden-belanghebbenden, wanneer de auditeur een verslag indient waarin geconcludeerd wordt dat het beroep doelloos is of kennelijk niet-ontvankelijk, kennelijk niet-gegrond of kennelijk gegrond (terloops wordt opgemerkt dat de wetgever het genoemde artikel 21bis niet heeft aangepast aan de nieuwe terminologie die voortvloeit uit artikel 17, 4°, van de wet van 15 september 2006).