note que la directive relative à l'efficacité énergétique de 2012 et la directive sur la performance énergétique des bâtiments de 2010 doivent encore, à ce jour, être pleinement mises en œuvre par les États membres; souligne que le délai de transposition de la directive n'a été fixé qu'au 5 juin 2014; estime que la réduction des coûts et la réduction de la consommation énergétique sont dans l'intérêt des citoyens et des entreprises; souligne l'importance de
disposer d'un cadre réglementaire solide comprenant des objectifs et des mesures pour encourager et favoriser les investissements dans l'efficacité énergétique, la faible consommat
...[+++]ion d'énergie et les faibles coûts de l'énergie, tout en soutenant la compétitivité et la durabilité; ajoute que certains États membres n'utilisent pas de façon appropriée les aides de l'Union disponibles pour améliorer l'efficacité énergétique des bâtiments d'habitation; note le fort potentiel de création d'emplois de qualité qu'offre la mise en œuvre intégrale des mesures d'efficacité énergétique, étant donné qu'environ 900 000 emplois sont liés à la fourniture de produits et de services contribuant à l'efficacité énergétique (selon des données de 2010).stelt vast dat de lidstaten tot nu toe de richtlijn energie-efficiëntie uit 2012 en de gebouwenrichtlijn uit 2010 nog niet volledig hebben uitgevoerd; merkt op dat de uiterste termijn voor omzetting van de richtlijn energie-efficiëntie 5 juni 2014 was; is van mening dat burgers en bedrijven zelf belang hebben bij kostenbesparing en vermindering van het energieverbruik; benadrukt het belang van een sterk regelgevingskader dat bestaat uit doelstellingen en maatregelen om investeringen in energie-efficiëntie en verlaging van het energieverbruik en de energiekosten te stimuleren en mogelijk te maken, en daarbij het concurrentievermogen en de duurzaamheid te ondersteunen; vo
egt hieraan toe dat sommige ...[+++] lidstaten niet naar behoren gebruikmaken van de beschikbare EU-steun voor de bevordering van de energie-efficiëntie van woongebouwen; wijst op de aanzienlijke mogelijkheden voor het creëren van kwalitatieve werkgelegenheid die de volledige tenuitvoerlegging van de maatregelen voor energie-efficiëntie biedt, aangezien het werk van ongeveer 900 000 werknemers verband houdt met de levering van energie-efficiënte goederen en diensten (gegevens voor 2010).