28. souligne qu'une politique maritime européenne globale devrait comporter un volet "relations extérieures", notamment vis-à-vis des pays tiers situés à proximité immédiate, qui soit à la mesure des efforts entrepris pour bien gérer la haute mer au-delà des eaux européennes, et conforme aux processus réglementaires internationaux, lesquels auront une incidence sur la politique nationale des États membres;
28. beklemtoont dat een Europees holistisch maritiem beleid een dimensie inzake buitenlandse betrekkingen moet hebben, vooral met derde landen die in de directe nabijheid liggen, om in te kunnen spelen op inspanningen om de volle zee buiten de Europese wateren te beheren, alsook op internationale reguleringsprocessen, die het nationaal beleid van lidstaten zullen beïnvloeden;