Selon le Conseil d'État, le règlement proposé viole les normes juridiques, plus particulièrement les articles 39, 116 et 136 de la Constitution qui ne permettent pas une interprétation divergente, comme on pouvait également le lire, in tempore non suspecto, dans la doctrine.
Volgens de Raad van State is de voorgestelde regeling een inbreuk op de rechtsnormen, meer bepaald op de artikelen 39, 116 en 136 van de Grondwet die geen afwijkende interpretatie toelaten zoals overigens ook in tempore non suspecto in de rechtsleer te lezen viel.