La seule limite serait le temps de repos journalier de onze heures ou le temps de repos hebdomadaire de vingt-quatre heures, mais la directive perdrait sa raison d’être et réglementerait uniquement le temps maximal quadrimestriel, semestriel ou annuel de travail, en fonction de chaque cas.
De enige limiet wordt dan nog gevormd door de dagelijkse rustpauze van elf uur of de wekelijkse 24 uur rust, maar de richtlijn zou zijn doel voorbijschieten als er enkel de maximale duur van het werk in een periode van vier, zes of twaalf maanden mee zou worden geregeld, al naar gelang het geval.