Art. 9. Une inscription régulière à un programme d'études conjoint, en codiplômation ou non, conformément à l'article 103 du décret du 7 novembre 2013 précité, est prise en compte conformément aux dispositions de ce décret comme une inscription régulière auprès de chaque établissement, pour autant que les conditions de l'article 82, § 3, alinéa 2, du décret du 7 novembre 2013 précité soient respectées, même si le programme conjoint ne mène pas à une codiplômation.
Art. 9. Een regelmatige inschrijving voor een gezamenlijk studieprogramma, al dan niet in gezamenlijke diplomering, overeenkomstig artikel 103 van het bovenvermelde decreet van 7 november 2013, wordt in aanmerking genomen overeenkomstig de bepalingen van dat decreet als een regelmatige inschrijving bij elke instelling voor zover de voorwaarden van artikel 82, § 3, tweede lid, van het bovenvermelde decreet van 7 november 2013 nageleefd zouden worden zelfs als het gezamenlijke programma niet tot een gezamenlijke diplomering leidt.