« Art. 2. La rémunération quotidienne moyenne, dans chaque situation d'occupation d'un travailleur, est égale au quotient de la division ayant, pour dividende, 100/108 du total des rémunérations qui ont servi de base au calcul de la cotisation due pour la constitution du pécule de vacances et pour diviseur, le nombre de journées rémunérées en application de la législation sur la sécurité sociale des travailleurs».
« Art. 2. Het gemiddeld dagbedrag is, in iedere tewerkstellingssituatie van een werknemer, gelijk aan het quotiënt van de deling met als deeltal 100/108 van het totaal der bezoldigingen die als basis gediend hebben voor de berekening van de bijdrage die voor de samenstelling van het vakantiegeld verschuldigd was en, met als deler het aantal bezoldigde dagen in toepassing van de wetgeving op de sociale zekerheid der werknemers».