L'arrêté royal du 16 août 1824 qui a force de loi fixe en son article 2 que: " L'on ne pourra élever ou bâtir de nouvelles églises ou de nouveaux édifices destinés à l'exercice du culte public, reconstruire ceux qui existent, ou en changer l'ordonnance, sans avoir obtenu préalablement notre consentement. Les administrations des églises devront simplement se borner aux réparations d'entretien nécessaires à la conservation des bâtiments" .
Het koninklijk besluit van 16 augustus 1824, hetwelk kracht van wet heeft, bepaalt in artikel 2: " Zonder daartoe alvorens Onze toestemming te hebben verkregen, zal het niet geoorloofd zijn, om nieuwe kerken of gebouwen, tot de oefening van de openbare eredienst bestemd, te stichten of op te bouwen, noch om de reeds bestaande te herbouwen of aan dezelfde een veranderende inrichting te geven; maar zullen de kerkbesturen zich enkel moeten bepalen tot de werken van noodzakelijk onderhoud, die de instandhouding der gebouwen mocht vorderen" .