Par arrêt du 24 juin 1998, la Cour d'appel, jugeant qu'on ne pouvait prendre en considération les conclusions de l'administration parce qu'elles ne répondaient pas vraiment aux questions qui avaient justifié la réouverture des débats et considérant que le problème sur lequel elle s'interrogeait concerne en réalité une lacune primitive de l'article 124, § 3, du C. I. R.
Bij arrest van 24 juni 1998 heeft het Hof van Beroep, van oordeel zijnde dat men de conclusies van de administratie niet in aanmerking kon nemen omdat zij niet echt beantwoordden aan de vragen die de heropening van de debatten hadden verantwoord, en van oordeel zijnde dat het probleem dat aan de orde was in werkelijkheid betrekking heeft op een oorspronkelijke leemte van artikel 124, § 3, van het W.I. B.