G. Compte tenu de l'article 3, point B, 7º, de la loi du 10 février 1999 relative à la répression des violations graves de droit international humanitaire, qui prévoit que constitue un crime de droit international et est réprimé conformément aux dispositions de cette loi, le viol, l'esclavage sexuel, la prostitution forcée, la grossesse forcée, la stérilisation forcée et toute autre forme de violence sexuelle de gravité comparable;
G. gelet op artikel 3, punt B, 7º, van de wet van 10 februari 1999 betreffende de bestraffing van ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht, dat bepaalt dat verkrachting, seksuele slavernij, gedwongen prostitutie, gedwongen zwangerschap, gedwongen sterilisatie en elke andere vorm van seksueel geweld van vergelijkbare ernst misdaden van internationaal recht zijn en gestraft worden overeenkomstig de bepalingen van die wet;