1. Le Conseil autorise la Belgique, l’Allem
agne, l’Irlande, la Grèce, l’Espagne, la France, l’Italie, Chypre, le Luxembourg, Malte, les Pays-Bas, l’Autriche, la Pologne, le Portugal, la Roumanie, la Finlande, la Suède et le Royaume-Uni à ratifier la convention concernant la compétence, la loi applicable, la reconnaissance, l’exécution et la coopération en matière de responsabilité parentale et de mesures de protection des enfants, conclue le 19 octobre 1996 (ci-après dénommée «la convention»), ou à y adhérer, dans l’intérêt de
la Communauté, sous réserve des condi ...[+++]tions fixées aux articles 3 et 4.
1. De Raad machtigt België, Duitsland, Ierland, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Italië, Cyprus, Luxemburg, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Finland, Zweden en het Verenigd Koninkrijk om in het belang van de Gemeenschap het Verdrag van 's-Gravenhage van 1996 inzake de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning, de tenuitvoerlegging en de samenwerking op het gebied van ouderlijke verantwoordelijkheid en maatregelen ter bescherming van kinderen (hierna „het verdrag” genoemd) te bekrachtigen of tot dat verdrag toe te treden, mits wordt voldaan aan de in de artikelen 3 en 4 genoemde voorwaarden.