Le demandeur doit démontrer les raisons pour lesquelles il lui est impossible ou particulièrement difficile de retourner, même temporairement, en tant qu'apatride ou étranger, vers son pays d'origine, le(s)
pays où il avait sa résidence ou le(s) pays où il avait un autorisation de séjour, afin d'y demander l'autorisation requise au séjour.Chaque demande de séjour d'un apatride est examinée au cas par cas : on vérifie si le demandeur ne constitue pas un danger pour l'ordre public ou la sécurité nationale, s'il n'a pas fraudé, s'il n'a pas la possibilité d'acquérir une nationalité ou de recouvrer une nationalité, s'il a prouvé qu'il lui es
...[+++]t impossible de retourner vers son pays d'origine ou le pays où se trouve son domicile/sa résidence, s'il peut y vivre en tant qu'apatride, étranger ou étranger privilégié, ou si des éléments autres que l'apatridie invoquée puissent mener à une régularisation du séjour (par exemple une longue procédure d'asile), ou encore, si dans le cas d'un refus par le Service des Etrangers, l'article 3 de la CEDH n'est pas respecté.De aanvrager moet aantonen waarom het voor hem onmogelijk of bijzonder moeilijk is om zich, zelfs tijdelijk, in de hoedanigheid van staatloze of vreemdeling, naar zijn land v
an herkomst of het (de) land(en) waar hij zijn gewone verblijfplaats had of het (de) land(en) waar hij tot verblijf gemachtigd was, te begeven, om er de vereiste machtiging tot verblijf aan te vragen. Elke verblijfsaanvraag van een staatloze wordt geval per geval onderzocht : men onderzoekt of de aanvrager geen gevaar vormt voor de openbare orde of de nationale veiligheid, of hij geen bedrog heeft gepleegd, of hij niet over de mogelijkheid beschikt om een nationalite
...[+++]it te bekomen of een nationaliteit te herkrijgen, of hij bewijst dat hij in de onmogelijkheid verkeert om terug te keren naar zijn land van herkomst of naar het land van zijn woonplaats/verblijf, of hij er in de hoedanigheid van staatloze, vreemdeling of bevoorrecht vreemdeling kan verblijven, of andere elementen dan de ingeroepen staatloosheid tot een regularisatie van het verblijf zouden kunnen leiden (bijvoorbeeld een lange asielprocedure), of, in geval van weigering door de Dienst Vreemdelingenzaken, artikel 3 van het EVRM niet wordt geschonden.