Une septième discrimination résulterait du fait que l'article 11, dans la mesure où il ne s'applique pas aux sociétés qui ont recueilli des dividendes non déductibles au titre de revenus définitivement taxés, peut engendrer, dans certaines hypothèses (perte récupérable), une taxation plus lourde des sociétés ayant recueilli des dividendes déductibles au titre de revenus définitivement taxés mais non effectivement déduits en raison d'une base de déduction insuffisante.
Een zevende discriminatie zou volgen uit het feit dat artikel 11, in zoverre het niet van toepassing is op de vennootschappen die dividenden hebben ontvangen die niet aftrekbaar zijn als definitief belaste inkomsten, in bepaalde gevallen (recupereerbaar verlies) een zwaardere belastingheffing kan teweegbrengen voor de vennootschappen die dividenden hebben ontvangen die als definitief belaste inkomsten aftrekbaar zijn, maar niet effectief werden afgetrokken wegens een ontoereikende aftrekgrondslag.