20. erkent de enorme sociale en economische bijdrage van zorgende familieleden en vrijwilligers (mantelzorg) en de toenemende verantwoordelijkheden waarmee de mantelzorgers worden belast als gevolg van de vermindering van de dienstverlening of de toenemende kosten daarvan; is verder van mening dat bezuinigingsmaatregelen niet mogen leiden tot een verdere overbelasting van mantelzorgers; benadrukt dat de deskundigheid van zorgverleners moet worden erkend en de goede arbeidskwaliteit moet worden gewaarborgd; pleit voor adequate ondersteuning en assistentie van familieleden met een zorgtaak bij de combinatie van zorg en werk, en is van mening dat de aan zorg bestede tijd moet worden meegeteld bij de pensioenopbouw; benadrukt dat de meeste
...[+++]zorg in de EU in het informele circuit geleverd worden, d.w.z. door familieleden en vrijwilligers, en verzoekt de Europese Commissie, de lidstaten en de sociale partners deze bijdrage in grotere mate te waarderen en te belonen;