3° soit, de produire la preuve d'avoir réussi l'examen visé à l'article 58, § 1, 3° et, dans un délai d'un an après la date d'entrée en vigueur du présent arrêté, de soumettre une déclaration sur l'honneur signée de leur main, d'où apparaît leur intention de participer à un tel examen avant la fin du délai précité de trois ans.
3° hetzij, het bewijs te leveren geslaagd te zijn in het examen bedoeld in artikel 58, § 1, 3°, en binnen een termijn van één jaar na de datum van inwerkingtreding van dit besluit een door hen ondertekende verklaring op eer voor te leggen waaruit hun intentie blijkt vóór het verstrijken van de voormelde termijn van drie jaar aan zulk examen deel te nemen.