En limitant à sept ans la présomption de réussite de l'examen d'aptitude professionnelle, dont bénéficient les suppléants, l'article 4, b), de la loi du 9 juillet 1997 supprime sans justification pertinente l'égalité (instaurée par la loi du 6 août 1993 et admise par l'arrêt n° 53/94) entre les juges suppléants nommés avant le 1 octobre 1993 et les magistrats effectifs également nommés avant cette date, le bénéfice de la présomption de réussite étant désormais limité pour les premiers alors qu'il ne l'est pas pour les seconds.
Door de veronderstelling geslaagd te zijn voor het examen inzake beroepsbekwaamheid, die voor de plaatsvervangende rechters geldt, te beperken tot zeven jaar, schaft artikel 4, b), van de wet van 9 juli 1997 zonder pertinente verantwoording de gelijkheid af (ingesteld bij de wet van 6 augustus 1993 en toegestaan bij het arrest nr. 53/94) tussen de plaatsvervangende rechters die vóór 1 oktober 1993 zijn benoemd en de werkende magistraten die ook vóór die datum zijn benoemd, zodat het voordeel van de veronderstel
ling geslaagd te zijn voortaan beperkt is voor de eerstgenoemden terwijl dat niet het geval is voor de in tweede instantie genoem
...[+++]den.