Ce magistrat est autorisé, après concertation avec le gestionnaire local des indicateurs, à décider de révéler l'identité de l'indicateur au juge d'instruction, mais seulement lorsqu'il faut instruire sur des présomptions de provocation ou, exceptionnellement, pour mieux pouvoir apprécier la fiabilité de l'indicateur ou des informations qu'il fournit et leur impact dur l'enquête judiciaire.
Deze magistraat kan dan, na overleg met de lokale informantenbeheerder, beslissen de identiteit van de informant aan de onderzoeksrechter mede te delen. Dit zal het geval zijn indien er vermoedens van provocatie dienen te worden onderzocht of om, uitzonderlijk, de betrouwbaarheid van de informant of de door hem aangeleverde informatie en de impact ervan op het gerechtelijk onderzoek beter te kunnen inschatten.