I. considérant que la Turquie est un pays candidat à l'adhésion à l'Union européenne, une alliée de l'OTAN, une puissance navale, un acteur dynamique de la politique étrangère dans la région et un partenaire essentiel de l'Union européenne, en particulier dans les domaines de la sécurité de l'énergie et des frontières; que la situation stratégique
de la Turquie revêt aussi une importance majeure au regard de l'autre grave menace à laquelle sont confrontés l'OTAN et l'Union européenne, à savoir le soi-disant État islamique; que la Tu
rquie peut jouer un rôle important ...[+++] pour contrer les menaces en mer Noire et l'État islamique; que, si elle juge illégale l'annexion de la Crimée par la Russie, la Turquie ne s'est pas prononcée clairement sur cette question et sur ses conséquences; que les dernières prises de position diplomatique de la Turquie, eu égard en particulier aux conflits qui font rage à ses portes, sont source d'ambigüité et ne cadrent pas avec les positions de l'Union européenne et de l'OTAN; que la Turquie est un partenaire stratégique sur le plan de la sécurité et joue un rôle
important dans la région de la mer Noire, conformément, entre autres, aux dispositions de la convention de Montreux de 1936;
I. overwegende dat Turkije een kandidaat-lidstaat van de EU, een NAVO-bondgenoot en een zeemacht is, een actieve rol speelt in de buitenlandse politiek in de regio, en voor de EU een essentiële partner is, vooral op het gebied van energiezekerheid en grensbeveiliging; overwegende dat de strategische ligging van Turkije ook van grote betekenis is voor de andere grote bedreiging voor zowel de NAVO als de EU, te weten de zelfverklaarde Islamitische Staat ("Daesh"); overwegende dat Turkije een belangrijke rol kan vervullen bij
acties tegen dreigingen in het Zwarte Zeegebied en Islamitische Staat ("Daesh"); overwegende dat Turkije de anne
...[+++]xatie van de Krim door Rusland weliswaar als illegaal beschouwt, maar zich nog niet duidelijk over de annexatie en de gevolgen ervan heeft uitgesproken; overwegende dat de recente diplomatieke richtinggevende standpunten van Turkije, met name ten aanzien van nabije conflicten, ruimte hebben gelaten voor ambiguïteit en niet overeenkwamen met de standpunten van de EU en de NAVO; overwegende dat Turkije een strategische partner inzake veiligheid is en een belangrijke rol in het Zwarte Zeegebied vervult, onder meer uit hoofde van het Verdrag van Montreux van 1936;