Il est demandé à la Cour d'opérer une comparaison entre, d'une part, la situation d'un fonctionnaire de police « qui s'est rendu coupable de faits très graves, passibles de sanctions disciplinaires, qui entraîneraient la démission d'office ou la révocation » et, d'autre part, la situation d'un fonctionnaire de police « qui s'est rendu coupable de faits graves, passibles de sanctions disciplinaires, pouvant entraîner la démission d'office ou la révocation ».
Het Hof wordt gevraagd een vergelijking te maken tussen, enerzijds, de situatie van een politieambtenaar « die zich schuldig heeft gemaakt aan zeer zware tuchtrechtelijke sanctioneerbare handelingen die tot het ontslag van ambtswege of de afzetting aanleiding zouden geven » en, anderzijds, de situatie van een politieambtenaar « die zich schuldig heeft gemaakt aan zware tuchtrechtelijk sanctioneerbare feiten die aanleiding kunnen geven tot het ontslag van ambtswege of de afzetting ».