Dans la Bible également, on cite l'exemple de Sarah qui, se sachant stérile, aurait « donné » sa servante Agar à son époux Abraham afin qu'elle leur fit un enfant dénommé Ismaël.
Ook in de Bijbel is er het geval van Sarah die, omdat ze onvruchtbaar was, haar dienares Agar aan haar echtgenoot Abraham « gegeven » zou hebben om een kind te baren dat de naam Ismaël kreeg.