30. invite le Conseil et les États membres à demander au Conseil de sécurité des Nations unies de veiller à ce que Saddam Hussein soit jugé selon le droit international et les conventions de Genève, tout en mettant complètement en œuvre la résolution 1511 pour ce qui concerne la souveraineté du peuple irakien et en se référant à la Cour pénale internationale, le cas échéant, ainsi qu'à un tribunal ad hoc;
30. verzoekt de Raad en de lidstaten er bij de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties op aan te dringen ervoor te zorgen dat Saddam Hoessein overeenkomstig het internationale recht en de Verdragen van Genève wordt berecht, met volledige tenuitvoerlegging van resolutie 1511 met betrekking tot de soevereiniteit van het Iraakse volk en, indien mogelijk, verwijzing van de rechtszaak naar het Internationaal Gerechtshof, alsmede een ad hoc-tribunaal;