Art. 16. En attendant que les membres d'une nouvelle commission d'agrément soient nommés, la compétence d'avis sur les demandes d'agrément comme sage-femme et le contrôle de l'exigence selon laquelle la sage-femme doit se tenir au fait des développements dans les domaines d'exercice de sa profession grâce à la formation permanente, sont temporairement attribués à l'agence.
Art. 16. Tot op het ogenblik dat de leden van de nieuw op te richten erkenningscommissie benoemd zijn, wordt de bevoegdheid om advies te verlenen over de aanvraag tot erkenning als vroedvrouw en de controle op de naleving van de vereiste dat de vroedvrouw door permanente opleiding op de hoogte blijft van de ontwikkelingen in de domeinen van de beroepsuitoefening, tijdelijk toegewezen aan het agentschap.