Le comité a relevé, s'agissant de la Convention européenne d'entraide judiciaire en matière pénale, que son article 3, paragraphe 1 , qui a trait à l'exécution des commissions rogatoires « relatives à une affaire pénale (...) qui ont pour objet d'accomplir des actes d'instruction ou de communiquer des pièces à conviction », ne s'applique pas au dépistage et à la saisie de biens en vue de leur confiscation ultérieure.
Wat het Europees Verdrag inzake onderlinge rechtelijke bijstand in strafzaken betreft, heeft het comité erop gewezen dat artikel 3, paragraaf 1, dat betrekking heeft op de uitvoering van de rogatoire condities « betreffende een strafzaak (...) die erop gericht zijn daden van onderzoek te vervulleen of overtuigingsstukken over te zenden », niet toepasselijk is op de opsporing en de inbeslagneming van goederen met het oog op hun latere verbeurdverklaring.