7. souligne que la discipline de modération salariale agit comme un frein sur la croissance du revenu des ménages et, partant, sur la consommation des ménages; met en garde, par conséquent, contre le danger qu'il y a à faire de la modération salariale le moyen exclusif de parvenir à la stabilité des prix et de maintenir la compétitivité; rappelle que la concurrence mondiale accrue
a déjà pesé sur les salaires cependant que la hausse des prix des produits de base et des coûts de l'énergie a affaibli le pouvoir d'achat des consommateurs de l'Union européenne; souligne que
les salaires réels devraient ...[+++] évoluer au même rythme que les gains de productivité afin de garantir une stabilité du partage des revenus à long terme; 7. benadrukt dat discipline op het gebied van loonmatiging tevens werkt als rem op de groei van het gezinsinkomen en daardoor op de particuliere consumptie; waarschuwt derhalve dat de aandacht niet uitsluitend mag worden geconcentreerd op loonmatiging als instrument om prijsstabiliteit te bewerkstelligen en het concurrentievermogen op peil te houden; herinnert eraan dat sterkere concurrentie op mondiaal niveau reeds tot ne
erwaartse druk op de lonen heeft bijgedragen, terwijl de consumenten in de Europese Unie aan koopkracht hebben verloren door de hogere grondstoffenprijzen en energiekosten; benadrukt dat de reële lonen moeten stijgen
...[+++] in een mate die gelijke tred houdt met de stijging van de productiviteit, teneinde te waarborgen dat de verdeling van inkomsten op lange termijn stabiel blijft;