22. estime qu'il y a lieu de mettre en place des programmes de développement permettant aux exploitants agricoles installés et aux jeunes agriculteurs de développer l'exploitation en coopération, par un judicieux apport combiné d'expérience et
d'innovation; fait observer que les systèmes tels que le métayage (l'agriculteur installé fournissant les terres et le capital alors que le jeune exploitant apporte ses compétences et sa force de travai
l) peuvent s'avérer salutaires; observe cependant que de tels systèmes
...[+++]ne peuvent s'entendre sans un cadre réglementaire prévenant toute exploitation d'une partie par l'autre;
22. is van mening dat er ruimte bestaat voor de ontwikkeling van systemen waarbij zowel de gevestigde landbouwers als jonge landbouwers samenwerken om de boerderij te ontwikkelen, waarbij elk van hen een combinatie van ervaring en innovatie inbrengt; wijst er evenwel op dat dergelijke systemen slechts ontwikkeld kunnen worden indien er een regelgevend kader aanwezig is dat waarborgt dat geen der partijen door de ander wordt uitgebuit;