Le libellé de la question préjudicielle permet d'identifier deux catégories de créanciers sursitaires : d'une part, ceux qui, tout en étant actionnaires du débiteur qui élabore un plan de réorganisation judiciaire, ont conclu avec celui-ci une convention de prêt assortie d'un gage général ayant pour objet toutes les créances de ce débiteur et, d'autre part, l'ensemble des titulaires d'une créance sursitaire ordinaire.
De formulering van de prejudiciële vraag maakt het mogelijk twee categorieën van schuldeisers in de opschorting te identificeren : enerzijds, diegenen die aandeelhouder zijn van de schuldenaar die een plan van gerechtelijke reorganisatie uitwerkt, en met die laatstgenoemde een leningsovereenkomst hebben gesloten die gepaard gaat met een algemeen pand dat alle schuldvorderingen van die schuldenaar betreft en, anderzijds, alle titularissen van een gewone schuldvordering in de opschorting.