À cet effet, le ministre qui a la Santé dans ses attributions, consulte le Comité consultatif de bioéthique, institué par l'accord de coopération du 15 janvier 1993 entre l'État, la Communauté flamande, la Communauté française, la Communauté germanophone et la Commission communautaire commune, et approuvé par la loi du 6 mars 1995.
Te dien einde raadpleegt de minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft, het raadgevend comité voor bio-ethiek, ingesteld bij het samenwerkingsakkoord van 15 januari 1993 tussen de Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, en goedgekeurd bij de wet van 6 maart 1995.