2. Les instruments du marché monétaire qui remplissent l’un des critères énoncés à l’article 3, paragraphe 2, et tous les critères énoncés à l’article 4, paragraphes 1 et 2, de la présente directive et qui comportent une composante satisfaisant aux critères énoncés au paragraphe 1 du présent article sont considérés comme des instruments du marché monétaire comportant un instrument dérivé.
2. De geldmarktinstrumenten die voldoen aan een van de criteria van artikel 3, lid 2, en aan alle criteria van artikel 4, leden 1 en 2, en die een component bevatten die voldoet aan de criteria van lid 1 van het onderhavige artikel, worden aangemerkt als geldmarktinstrumenten dat een derivaat omvatten.