b) lorsqu’il est ouvert par un orphelin dont le parent survivant, père ou mère, a satisfait au moment du décès de l’autre parent aux conditions visées à l’article 9, § 1 , de l’arrêté royal précité, sauf si un droit aux allocations familiales d’orphelin en vertu des présentes lois est ouvert par cet orphelin dont le parent décédé a satisfait, au moment de son décès, aux conditions visées à l’article 56bis, § 1 ;
b) wanneer het geopend wordt door een wees, waarvan de overlevende ouder, vader of moeder, op het ogenblik van het overlijden van de andere ouder voldaan heeft aan de voorwaarden bedoeld in artikel 9, § 1, van voormeld besluit, behalve indien krachtens deze wetten een recht op wezenbijslag geopend wordt door deze wees wiens overleden ouder op het ogenblik van zijn overlijden voldaan heeft aan de voorwaarden bedoeld in artikel 56bis, § 1;