Lorsque l'organe compétent de l'autre partie projette de prendre une décision favorable vis à vis d'une demande basée sur les conditions reprises à l'article 3, alinéa 1, 1° et 2°, b), il est tenu avant de statuer d'en informer l'organe compétent de la partie dont relève la personne handicapée; celui-ci est tenu de faire savoir dans un délai d'un mois s'il marque ou non son accord sur ce projet.
Als de bevoegde instantie van de andere partij zich voorneemt een gunstige beslissing te nemen over een aanvraag, gedaan op grond van de voorwaarden genoemd in artikel 3, eerste lid, 1° en 2° b), moet zij, alvorens te beslissen, de bevoegde instantie van de partij onder wiens bevoegdheid de persoon met een handicap valt, hierover informeren; deze laatste instantie moet binnen de maand laten weten of zij al of niet instemt met het voornemen.