(3 bis) La conception et la mise en œuvre du programme-cadre (2012-2013) doivent se fonder sur les principes de simplicité, de stabilité, de transparence, de sécurité juridique, de cohérence, d'excellence et de confiance, conformément aux recommandations formulées par le Parlement européen dans son rapport sur la simplification de la mise en œuvre des programmes-cadres de recherche.
(3 bis) Het ontwerp en de uitvoering van het kaderprogramma (2012 - 2013) moet zijn gebaseerd op de beginselen eenvoud, stabiliteit, transparantie, rechtszekerheid, samenhang, excellentie en vertrouwen, in overeenstemming met de aanbevelingen van het Europees Parlement in zijn verslag over het vereenvoudigen van de tenuitvoerlegging van de kaderprogramma's voor onderzoek.