31. souligne que les deux-roues à moteur (motos, scooters et cyclomoteurs) et, de plus en plus, les deux- et trois-roues électriques jouent un rôle significatif dans la mobilité durable, surtout dans les zones urbaines où ils contribuent à lutter contre les encombrements et les problèmes de stationnement tout en offrant une solution à la petite logistique; insiste par conséquent sur le fait que la conception spécifique et les avantages liés de ces véhicules devraient être suffisamment pris en considération et repris dans la législation et les orientations européennes en matière de transports;
31. benadrukt dat gemotoriseerde tweewielige (motorfietsen, scooters en brommers) en, in toenemende mate, elektrische twee- en driewielige voertuigen een belangrijke rol spelen bij duurzame mobiliteit, met name in stedelijke gebieden, waar ze bijdragen aan het verminderen van verkeersdrukte en parkeerproblemen en een oplossing bieden voor kleinschalige logistieke problemen; dringt er daarom op aan dat in de vervoerswetgeving en -richtsnoeren van de EU afdoende aandacht wordt besteed aan de specifieke kenmerken en voordelen van deze voertuigen;
