Vu l'arrêté royal du 17 octobre 2000 pris en exécution de l'article 18, § 4, alinéa 1, de la loi du 7 août 1974 instituant le droit à un minimum de moyens d'existence et de l'article 5, § 4, alinéa 3, de la loi du 2 avril 1965 relative à la
prise en charge des secours accordés par les centres
publics d'aide sociale, portant octroi d'une subvention majorée de l'Etat pour les centres publics d'aide sociale de c
ertaines communes; notamment les articles 1 et 3, alinéas 4 et 5
...[+++];
Gelet op het koninklijk besluit van 17 oktober 2000 tot uitvoering van artikel 18, § 4, eerste lid, van de wet van 7 augustus 1974 tot instelling van het recht op een bestaansminimum en van artikel 5, § 4, derde lid van de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, met het oog op de toekenning van een verhoogde staatstoelage voor de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van sommige steden en gemeenten; inzonderheid op artikels 1 en 3, vierde en vijfde lid;