Le Gouvernement peut déterminer la liste des actes et travaux pour lesquels, l'infraction est considérée comme non fondamentale en tenant compte notamment de la zone du plan de secteur concernée, de la conformité des actes et travaux aux dispositions du Code, à l'exception des articles D.IV. 3, D.IV. 4 et D.IV. 5, et des autres dispositions décrétales ou réglementaires en vigueur ainsi que de l'importance de l'infraction.
De Regering kan de lijst der handelingen en werken bepalen waarvoor de overtreding fundamenteel geacht wordt rekening houdend met, met name, het betrokken gebied van het gewestplan, de overeenstemming van de handelingen en werken met de bepalingen van het Wetboek, uitgezonderd de artikelen D.IV. 3, D.IV. 4 en D.IV. 5 en de andere vigerende decretale of reglementaire bepalingen, evenals met de ernst van de overtreding.