En ce qui concerne, tout d'abord, l'objectif visant à préserver l'équ
ilibre financier du secteur hippique et des associations de courses, en particulier, il ressort de la jurisprudence de la Cour de justice que « bien qu'il ne soit pas indifférent que les loteries et autres jeux d'argent puissent participer, de manière significative, au financement d'activités sans but lucratif ou d'intérêt général, un tel motif ne peut, en lui-même, être regardé comme une justification objective de restrictions » aux libertés de circulation établies par le Traité (CJCE, 24 mars 1994, C-275/92, Schindler, point 60; CJCE, 6 octobre 2009, C-153/08, Commis
...[+++]sion c. Espagne, point 43).Wat in de eerste plaats het doel bestaande in het vrijwaren van het financië
le evenwicht van de sector van de paardenwedrennen en van de renverenigingen in het bijzonder betreft, blijkt uit de rechtspraak van het Hof van Justitie dat « loterijen en andere kansspelen weliswaar in belangrijke mate kunnen bijdragen aan de financiering van activiteiten zonder winstoogmerk of van algemeen belang, maar dat dit op zichzelf niet kan worden beschouwd als een objectieve rechtvaardigingsgrond voor beperkingen » van de in het Verdrag vastgestelde vrijheden van verkeer (HvJ, 24 maart 1994, C-275/92, Schindler, punt 60; HvJ, 6 oktober 2009, C-153/08,
...[+++] Commissie t. Spanje, punt 43).