Art. 20. Lors de son séjour au sein d'une structure d'accueil, le bénéficiaire de l'accueil a droit au respect de sa vie privée et familiale, au respect de ses convictions, à participer à l'organisation de la vie communautaire au sein de la structure d'accueil, à communiquer avec sa famille, son conseil, les représentants du Haut Commissariat des Nations unies pour les réfugiés et les associations ayant pour objet l'accueil des étrangers et la défense de leurs droits.
Art. 20. Tijdens zijn verblijf in een opvangstructuur heeft de begunstigde van de opvang recht op de eerbiediging van zijn privé-leven en gezinsleven, op eerbiediging van zijn overtuigingen, om deel te nemen aan de organisatie van het gemeenschapsleven in de opvangstructuur, om te communiceren met zijn familie, zijn raadsman, de vertegenwoordigers van het Hoog Commissariaat voor de Vluchtelingen van de Verenigde Naties en de verenigingen die de opvang van vreemdelingen en het verdedigen van hun rechten tot doel hebben.