« L'octroi du minimum de moyens d'existence, visé dans la loi du 7 août 1974 instituant le droit à un minimum de moyens d'existence, à un enfant qui fait partie du ménage de la personne physique visée à l'article 1 , alinéa 1 , de la loi, ne peut renverser la présomption selon laquelle cet enfant est considéré comme étant principalement à charge de ladite personne».
" De toekenning van het bestaansminimum, bedoeld in de wet van 7 augustus 1974 tot instelling het recht op het bestaansminimum, aan een kind dat tot het gezin behoort van de in artikel 1, eerste lid, van de bedoelde natuurlijke persoon, kan het vermoeden dat die persoon dat kind hoofdzakelijk ten laste heeft, niet omkeren" .